Bibliotheken bieden verschillende vormen van dienstverlening aan op het gebied van voor- en vroegschoolse educatie. 90% van de bibliotheken organiseert aanbod, zoals trainingen of andere vormen van educatieve ondersteuning, voor professionals in de kinderopvang (bijvoorbeeld pedagogisch medewerkers) en 68% biedt aanbod voor ouders. Dit is een stijging ten opzichte van de 43% een jaar eerder. Waarschijnlijk komt dat doordat de maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het coronavirus opgeheven zijn, waardoor groepsbijeenkomsten weer mogelijk waren (Warnaar & Klaren, 2025).
In schooljaar 2023-2024 organiseert 98% van de bibliotheken ook activiteiten voor ouders en kinderen samen, zoals voorleesactiviteiten, meertalig voorlezen en activiteiten rondom campagnes. Vrijwel alle bibliotheken (99%) organiseren de Nationale Voorleesdagen en 74% organiseert de Kinderboekenweek (Warnaar & Klaren, 2025).
Veel bibliotheken slaan de handen ineen met andere opvoedkundige instanties. Net als een jaar eerder, werkt 95% op het terrein van voor- en vroegschoolse educatie samen met een jeugdgezondheidszorgorganisatie zoals het consultatiebureau en het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Ook werkt 97% samen met minimaal één kinderopvanginstelling (Warnaar & Klaren, 2025).
Bibliotheken proberen op verschillende manieren taalarme gezinnen te bereiken met de dienstverlening voor voor- en vroegschoolse educatie. Zo biedt 72% van de bibliotheken in schooljaar 2023-2024 aanbod voor (kinderen van) laagtalige ouders, 64% voor kinderen die Nederlands als tweede taal leren en 58% voor (kinderen van) anderstalige ouders (Warnaar & Klaren, 2025).
De samenwerking met partners en de eigen expertise zijn volgens bibliotheken de grootste successen. Een gebrek aan personele bezetting blijft, net als een jaar eerder, een van de grootste knelpunten naast onvoldoende financiering (Warnaar & Klaren, 2025).