17 juli 2025

Baby’s, peuters, kleuters en beginnende basisscholieren die door hun ouders worden voorgelezen, ontwikkelen een voorsprong in hun taal- en leesontwikkeling, zo laten verschillende meta-analyses zien. Het gaat daarbij om kleine tot middelgrote effecten (Bus et al., 1994; Flack et al., 2018; Dowdall et al., 2020; Noble et. al., 2019).

Voorlezen stimuleert ook de schoolprestaties. Kinderen die thuis in aanraking zijn geweest met letters en woorden, hebben hier baat bij voor het leren lezen. Voorlezen betaalt zich vooral uit voor de eerste jaren van het taal- en leesonderwijs (Bus et al., 1994; Shahaeian, 2018). De effecten reiken ten minste tot het eind van de basisschool of zelfs de middelbare school. Dan lopen kinderen die op jonge leeftijd zijn voorgelezen nog altijd voor op leesvaardigheid en bredere cognitieve vaardigheden (Kalb & Ours, 2013; Shigemasu, 2024).

De verworvenheden van voorlezen zijn zichtbaar in de hersenstructuur. Peuters en kleuters die vaak worden voorgelezen, vertonen meer activiteit in de hersengebieden voor visuele verbeelding en tekstbegrip (Hutton et al., 2015).

Voorlezen biedt specifieke voordelen voor temperamentvolle kinderen, die snel huilen, geïrriteerd raken en afgeleid zijn. Het brengt hen rust en verbetert de interactie tussen ouder en kind (Van den Berg & Bus, 2015).

Voorlezen heeft invloed op verschillende onderdelen van de taal- en leesvaardigheid. Kinderen leren een boek vasthouden, letters herkennen en de relatie tussen gesproken en geschreven woorden. Ook geeft voorlezen een impuls aan het ontwikkelen van het fonologisch bewustzijn, de mondelinge vaardigheden, de groei van de woordenschat, het verhaalbegrip en een positieve attitude tegenover het lezen (Duursma, 2008).

Het is vooral het rijke, veelzijdige en complexe taalgebruik in boeken dat bijdraagt aan de effecten van voorlezen (Duursma, 2008; Rodriguez et al., 2009). Als ouders vanaf de geboorte dagelijks één boekje voorlezen, komen kinderen in de eerste vijf levensjaren naar schatting met bijna 300.000 extra woorden in aanraking. Als ouders vijf boekjes per dag voorlezen, zijn dit er bijna anderhalf miljoen (Logan et al., 2019). In prentenboeken komen 1,7 keer zoveel verschillende woorden voor als in de gesprekken die ouders met hun kinderen voeren (Montag, Jones & Smith, 2015). De kans dat een kind een nieuw, ‘zeldzaam’, woord leert tijdens het voorlezen is drie keer zo groot als tijdens een gesprek tussen ouder en kind (Massaro, 2017).