9 september 2024

Bijna vier op de tien ouders met thuiswonende kinderen leest hen (bijna) elke dag voor. Nog eens 15% doet dit minimaal één keer per week. Bijna drie op de tien ouders lezen nooit voor. Het aantal ouders dat dagelijks voorleest neemt fors toe ten opzichte van een jaar eerder, terwijl het aantal niet-voorlezende ouders daalt. Tussen 2019 en 2023 was het voorleesgedrag redelijk stabiel (KvB Boekwerk & GfK, 2024, meting 67). 

Ouders lezen hun kinderen vooral voor waneer ze jong zijn. 94% van de ouders met nul- tot vijfjarige kinderen en 89% van de ouders met zes- en zevenjarige kinderen leest minimaal wekelijks voor. Ouders gaan minder voorlezen vanaf het achtste levensjaar, ongeveer het moment dat kinderen zelf kunnen lezen. 70% van de ouders wiens kind tussen de acht en twaalf jaar is, leest ten minste wekelijks voor (KvB Boekwerk & GfK, 2024, meting 68). Bij kinderen tussen de dertien en achttien jaar gaat het om 17% (KvB Boekwerk & GfK, 2017, meting 42). Ouders vinden hun kinderen vanaf dan in toenemende mate ’te oud’ voor voorlezen. 31% van de ouders van twaalfjarigen, 49% van de ouders van veertienjarigen en 64% van de ouders van zeventienjarigen noemt dit als reden om het voorlezen te staken (Stichting Lezen, 2015).

Ouders lezen hun nul- tot zesjarige kinderen in 2024 per dag gemiddeld 11 minuten voor. Hiernaast kijken en/of lezen kinderen zelf in boekjes gedurende 12 minuten per dag. Het totaal van 23 minuten per dag besteed aan boeken ligt lager dan in voorgaande jaren. Toen ging het om achtereenvolgens 72 minuten (2023), 32 minuten (2022), 31 minuten (2021) en 24 minuten (2020) in totaal (Nikken & Tuijnman, 2024; Netwerk Mediawijsheid & No Ties, 2023; Netwerk Mediawijsheid & Choice, 2022). 

De meeste ouders van nul- tot twaalfjarigen (44%) lezen hun kinderen per dag tussen de nul en tien minuten voor. 26% leest tussen de elf en vijftien minuten voor, 12% tussen de zestien en twintig minuten en 13% tussen de 21 en 30 minuten. Meer dan 30 minuten voorlezen op een dag komt weinig voor: 4% van de ouders doet dit (KvB Boekwerk & GfK, 2024, meting 68).  

De tijd voor voorlezen en zelf boekjes bekijken en/of lezen ligt het hoogst in de peuterleeftijd. Twee- tot driejarige kinderen besteden hieraan gemiddeld 28 minuten per dag, terwijl dit voor vier- tot zesjarige kinderen op 18 minuten en voor nul- tot eenjarigen op 25 minuten ligt. Voorlezen, zelf lezen en digitale voorleesverhaaltjes zijn voor het slapen gaan de meest populaire activiteiten. Hiernaast is voorlezen de activiteit waarvan de meeste ouders aangeven dat hun kind er rustig van wordt (Nikken & Tuijnman, 2024). Kinderen die geen digitale media gebruiken, besteden twee keer zoveel tijd aan voorlezen en zelf boekjes bekijken en/of lezen dan kinderen die dit wel doen: 118 minuten tegenover 64 minuten per dag (Netwerk Mediawijsheid & No Ties, 2023). 

Doelgroep(en)

Trefwoorden