15 juni 2023

Voorlezen is een veelvoorkomende dagactiviteit op kinderopvanginstellingen. 99% van de pedagogisch medewerkers vindt regelmatig voorlezen belangrijk, en de meerderheid leest een of meerdere keren per dag voor. De meest genoemde redenen om voor te lezen zijn het stimuleren van de taalontwikkeling van kinderen, het creëren van rustmomenten in de groep en de kinderen plezier laten beleven. Per sessie wordt er gemiddeld zo’n 11 minuten voorgelezen. Het belangrijkste obstakel om voor te lezen is tijdgebrek (Kantar, 2020). Deze uitkomsten zijn nagenoeg stabiel ten opzichte van vier jaar terug (Kantar, 2017).

Pedagogisch medewerkers lezen zowel voor aan baby’s (60% doet dit dagelijks) als aan dreumessen (64% doet dit dagelijks) en peuters (76% doet dit dagelijks) (Kantar, 2020).
89% van de pedagogisch medewerkers ziet het belang van voorlezen voor de taalontwikkeling van baby’s (Kantar, 2017). 33% vindt het (een beetje) moeilijk om aan baby’s voor te lezen, en 11% zou meer ondersteuning zou willen krijgen bij het voorlezen aan baby’s (Kantar, 2020).

Papier en digitaal voorlezen

Bijna negen op de tien kinderopvanginstellingen zetten vaker papieren dan digitale prentenboeken in om uit voor te lezen. De digitale versie heeft bij zes op de tien instellingen de functie om de papieren versie te ondersteunen. Pedagogisch medewerkers gebruiken de digitale versie dan bijvoorbeeld om het verhaal te herhalen, na het voorlezen van de papieren versie (De Koning, De Koning & Van Steensel, 2023).

Vier op de tien pedagogisch medewerkers ervaren dat kinderen even betrokken zijn bij het voorlezen van een prentenboek van het scherm als van papier. Zeven op de tien zeggen minder interactie te hebben bij een digitaal dan bij een papieren prentenboek. Negen op de tien pedagogisch medewerkers zoeken wel de interactie, door vooraf, tijdens of na afloop van het verhaal met de kinderen te praten (De Koning, De Koning & Van Steensel, 2023).

Leesgedrag pedagogisch medewerkers

Pedagogisch medewerkers lezen vaker dan de gemiddelde Nederlander. 59% geeft aan wekelijks een boek te lezen of luisteren in de vrije tijd, terwijl dit voor de bevolking als geheel 48% is. Pedagogisch medewerkers lezen ook vaker boeken voor de doelgroep. 60% leest of luistert jaarlijks zes boeken of meer die geschreven zijn voor kinderen, tegen 45% voor de bevolking als geheel (KvB Boekwerk & GfK, 2021, meting 58).