Citeren? Stichting Lezen - Leesmonitor(2024). Samen en alleen digitaal (voor)lezen. https://www.lezen.nl/onderzoek/samen-en-alleen-digitaal-voorlezen/.
14 september 2023

Samen (voor)lezen

Een volwassene die begeleiding biedt bij het voorlezen werkt bij digitaal verrijkte kinderboeken, net als bij papier, optimaal. Kinderen krijgen dan feedback van de multimedia en de interactiviteit, en ook van de volwassene. Dit helpt hen het fonemisch bewustzijn, de kennis van printconventies, de woordenschat, het tekstbegrip en de leesvaardigheid te vergroten (Furenes, Kucirkova & Bus, 2021; Teepe, Molenaar & Verhoeven, 2017; Segal-Drori et al, 2010). Het positieve effect verdwijnt blijkens een meta-analyse onder 39 studies als het e-boek nauwelijks tot geen digitale vertelmiddelen bevat: in dit geval werkt de combinatie van een papieren boek en begeleiding door een volwassene optimaal (Furenes, Kucirkova & Bus, 2021).

Het is de vraag hoeveel intermenselijke actie een digitaal verrijkt boek oproept. Tussen een ouder en kind die samen een e-boek met multimedia en interactiviteit lezen, blijkt er minder communicatie plaats te vinden dan bij een e-boek zonder extra’s of een papieren boek (Parish-Morris et al., 2013). Dit verschil uit zich zowel in het voorlezen van minder tekst als in minder gesprekken over het boek (Munzer et al., 2019).

Mogelijk gebeurt er zoveel op het scherm, dat het intermenselijk contact gesmoord wordt. Het lezen van een digitaal verrijkt boek maakt, sterker dan van een papieren boek, dat het kind zich met de tablet afzondert van de ouder. Ook duwen ouder en kind vaker de hand weg van de ander, om controle te krijgen over het apparaat. Mogelijk frustreert dit de verbinding en de hechting tussen ouder en kind (Munzer et al., 2019).

Alleen digitaal (voor)lezen

Digitaal verrijkte kinderboeken hebben een positiever effect op de woordenschat dan papieren boeken. Dit voordeel verdwijnt op het moment dat kinderen de boeken zelfstandig lezen. In dit geval blijven de positieve effecten achter bij die van papieren kinderboeken die door een volwassene worden voorgelezen (Savva et al., 2022; Furenes, Kucirkova & Bus, 2021).

Tegelijkertijd zijn er ook aanwijzingen dat digitale boeken, vanwege de voorleesfunctie, geanimeerde prenten en andere digitale vertelmiddelen, invulling kunnen geven aan voorleestaken door de ouder. Peuters van 2 en 3 jaar die het risico lopen op een taalachterstand, en wier ouders zichzelf vaak niet gemotiveerd en/of vaardig achten om voor te lezen, hebben hierbij baat voor de taalontwikkeling. Als zij een maand lang voorgelezen worden uit digitaal verrijkte kinderboeken en een maand lang uit papieren kinderboeken, gaan ze sterker vooruit op de woordenschat bij de digitale versies (Anstadt & Bus, 2020).