Citeren? Stichting Lezen - Leesmonitor(2025). Goede instructie en deskundige docent vergroten leesvaardigheid. https://www.lezen.nl/onderzoek/goede-instructie-en-deskundige-docent-vergroten-leesvaardigheid/.
11 december 2025

Belang instructie 

Kinderen die technisch en begrijpend leren lezen hebben baat bij duidelijke, regelmatige instructie. Ze hebben deze nodig voor het ontwikkelen van fonologisch bewustzijn (van klanken in woorden), het leren van letter-klank-koppelingen en het onder de knie krijgen van spellingpatronen. Ook is instructie van belang voor de woordenschatgroei en het flexibel leren inzetten van lees- en begripstrategieën (Katholieke Universiteit Leuven, 2011). 

Interessante teksten 

Kinderen hebben voor begrijpend lezen baat bij het lezen van rijke teksten die ze  interessant en aansprekend vinden. De combinatie van duidelijke instructie en motiverende teksten helpt leerlingen om hun leesvaardigheid te ontwikkelen (Katholieke Universiteit Leuven, 2011). 

Hoe interessanter leerlingen in groep 8 de teksten en lessen begrijpend lezen vinden, hoe hoger hun leesvaardigheid (Inspectie van het Onderwijs, 2022). Er bestaat tevens een positief verband tussen de betrokkenheid van leerlingen bij de leeslessen en hun leesvaardigheid (Expertisecentrum Nederlands, 2023). Leerlingen in het voortgezet onderwijs gaan vooruit in hun leesbegrip als zij instructie krijgen over de structuur van teksten (Woldendorp, Ganuschak & Van Steensel, 2025). 

Leesstrategieën 

Reciprocal teaching of rolwisselend leren vergroot de leesvaardigheid van leerlingen. De docent geeft bij deze benadering instructie aan de groep, doet voor hoe de tekst te lezen (‘modeling’) en laat leerlingen oefenen in groepjes. Rolwisselend leren in leesstrategieën draagt bij aan het tekstbegrip (Houtveen, Van Steensel & De la Rie, 2019). 

Leerlingen in het voortgezet onderwijs gaan teksten beter begrijpen als zij instructie krijgen in zelfregulatie, metacognitie en leesstrategieën. Uit een overzichtsstudie van meta-analyses en literatuuronderzoeken laten 18 van de 21 studies positieve uitkomsten zien (Woldendorp, Ganuschak & Van Steensel, 2025). 

Achtergrondkennis en inferenties 

Lezers maken tijdens het lezen van een tekst gebruik van achtergrondkennis. Ze vullen hiermee onder andere informatie in die niet expliciet in de tekst staat (het maken van inferenties). Leerlingen in het voortgezet onderwijs hebben voor hun leesbegrip baat bij instructie over het inzetten van achtergrondkennis en het maken van inferenties (Woldendorp, Ganuschak & Van Steensel, 2025). 

Rol docent 

De docent en de sfeer in de klas zijn van groot belang voor hoe goed leerlingen leren lezen.  Dit verklaart 6% tot 26% van de verschillen in prestaties tussen leerlingen (Houtveen & Van der Grift, 2007). Een deskundige leerkracht biedt niet alleen instructie van hoge kwaliteit, maar zorgt ook voor gestructureerde lessen en is in staat om rekening te houden met verschillen tussen leerlingen. Ook doet de docent voor hoe een tekst te lezen (‘modeling’), zoekt de interactie over gelezen teksten, en laat leerlingen onderling samenwerken aan leestaken (Katholieke Universiteit Leuven, 2011).  

Hoe meer ondersteuning vijftienjarige leerlingen krijgen van de docent, hoe enthousiaster de docent is, en hoe ordelijker het leerklimaat is, hoe hoger de leesvaardigheid. Daarnaast ervaren leerlingen met een enthousiaste docent ook meer leesplezier (Dood et al., 2021OECD, 2019). 

Een deskundige leerkracht slaagt erin om relaties aan te gaan met diens leerlingen. Kinderen met een goed startniveau in taal, verbeteren zich als de relatie met de leerkracht goed is. Een minder goed taalniveau verslechtert als de relatie met de leerkracht slecht is. De verklaring schuilt deels in de betrokkenheid van leerlingen bij hun leerproces. Dankzij een warme, nabije relatie raken leerlingen meer betrokken, waardoor hun prestaties in taal en lezen vooruitgaan. Bij een negatieve relatie geldt het omgekeerde. Deze spiraal, waarbij de relatie tussen leerling en leerkracht, de betrokkenheid bij het leren en de prestaties elkaar over en weer versterken, geldt zowel voor basis- als middelbare scholieren (Koomen, Roorda & Spilt, 2017).