icon home

Datum: 4 september 2014Auteur: Pjotr van Lenteren

Bijna geen meesters meer, toenemende leesachterstanden bij jongens. Wie maakt zich er geen zorgen over? Pjotr van Lenteren, jeugdrecensent van de Volkskrant en zelf die ene jongen die graag leest, bekeek het rapport Leesverschillen tussen jongens en meisjes: aangeboren of aangeleerd? dat onlangs is uitgebracht door Stichting Lezen. 

Een jonge fan van “De Grijze Jager en de Broederband”-serie tijdens de “Grijze Jager Dag 2014” in het Archeon (foto: Merle van de Reep)

In een van de Britse recensies van Letter for the King van Tonke Dragt, vijftig jaar na dato in Engeland verschenen, staat een interessante observatie. De recensent, Sue Davies, vindt het boek fantastisch maar ze ergert zich aan de marginale rol van meisjes. Die zie je alleen met een borduurwerkje achter in het kasteel zitten. Tegenwoordig, stelt Sue, zou die schildknaap die ridder wilde worden een meisje zijn. Ze heeft ongetwijfeld gelijk. Maar veroorzaken we met al die geëmancipeerde boeken niet een nieuw probleem? Nederlandse jongens, zo blijkt uit internationaal PISAonderzoek, hebben in vergelijking met de rest van de wereld een opvallende hekel gekregen aan lezen. Als ze er al aan beginnen, zijn ze er na alle delen van Leven van een loser snel klaar mee. Vooral kinderen van laagopgeleide ouders vallen massaal buiten de boot.

Jongenscrisis

Het is een onderwerp dat de gemoederen bezighoudt. In de Volkskrant werd deze ‘jongenscrisis in het onderwijs’ al een ‘internationale ramp’ genoemd. Met lezen als grootste slachtoffer. En dat in een samenleving die dankzij internet meer dan ooit om lezen lijkt te draaien. Hebben we dan niet juist boeken nodig waarin jongens weer de held mogen zijn? Wat is er eigenlijk écht bekend over leesverschillen tussen jongens en meisjes en wat daaraan te doen valt? Hoewel er weinig onderzoek naar gedaan is en we de resultaten niet zomaar op een hoop mogen schuiven: toch wel wat. Het rapport Leesverschillen tussen jongens en meisjes: aangeboren of aangeleerd? vat internationale resultaten samen en brengt een verhitte discussie over dit onderwerp terug tot de wetenschappelijke feiten en de nuances. Een overzicht van de belangrijkste onderzoeksresultaten, de nuanceringen uit het rapport en een kanttekening daarbij.

Meisjes lezen beter dan jongens, maar in Nederland is het verschil niet zo groot

Dat meisjes iets beter lezen dan jongens wordt al jaren in internationale onderzoeken aangetoond. In Nederland zijn de verschillen kleiner, maar lopen de meisjes toch ook al snel een jaar voor op jongens. Over de oorzaak zijn veel theorieën, maar op die theorieën is veel kritiek. Altijd ligt er een cirkelredenering op de loer: misschien lezen meisjes alleen maar beter doordat ze het vaker en met meer plezier doen.

Meisjes vinden lezen leuker dan jongens, dat verschil is in Nederland wél groot

Jongens vinden lezen iets moeilijker dan meisjes, maar ze doen het veel minder graag. In Nederland is dit verschil het grootst ter wereld. Meisjes denken aan het begin van een schoolcarrière positief over lezen en aan het eind is dat gedaald naar licht positief. Nederlandse jongens beginnen al licht negatief en worden gedurende de jaren steeds negatiever.

Meisjes lezen alles goed, jongens alleen wat ze leuk vinden

Meisjes lezen een tekst altijd even goed, of ze die nu leuk vinden of niet. Jongens lezen een verhaal dat ze niet interesseert minder precies dan een verhaal dat ze wel interesseert. Met jongens weten te boeien is dus veel winst te behalen, mits je de meisjes niet kwijtraakt.

Jongens hebben een smalle smaak, meisjes een brede

Meisjes lezen liever over vriendschap en romantiek; jongens meer fantasy, sciencefiction, en over sport en oorlog. Maar er zijn ook onderzoeken die juist laten zien dat jongens en meisjes hetzelfde willen: avontuur. Wat wél duidelijk is: meisjes hebben een brede smaak, terwijl jongens als ze eenmaal iets hebben gevonden wat ze leuk vinden, geneigd zijn om daar langer en fanatieker aan vast te houden.

Lezen iets voor meisjes? Niet bewezen!

Dat jongens lezen als een meisjesactiviteit zien, wordt door velen gedacht, maar het is niet breed onderzocht en zeker niet bewezen. Een van de onderzoeken geeft een schrijnend voorbeeld van een jongen die met een prinsessenboek onder de arm in de bibliotheek door zijn klasgenoten werd uitgelachen. In keuze-onderzoeken kiezen meisjes uit een stapel boeken gewoon dat ene verhaal waar ze zin in hebben, terwijl jongens elkaar opjutten om voor het stoerste boek te gaan. Meisjes hebben minder moeite om sekse-grenzen te overschrijden dan jongens. Het is nog niet definitief aangetoond, maar wel aannemelijk dat dit invloed heeft op hoe jongens naar lezen kijken.

Kinderen zien meer vrouwen met boeken dan mannen

Nederlandse boekenmarktonderzoeken versterken die gedachte: kinderen zien veel vaker lezende vrouwen dan mannen en moeders lezen vaker voor dan vaders. Daar komt nog bij dat medewerkers van school, bibliotheek en kinderopvang veelal vrouw zijn.

Zorg voor een breed aanbod en laat vaders evenveel voorlezen als moeders

Wat kunnen leesbevorderaars daaraan doen? Drie dingen lijken te werken, meldt het rapport: zorg dat er een breed aanbod is en veel keus; kijk wat je kunt doen om vaders evenveel te laten voorlezen als moeders; en maak in de klas ook het verschil in leesvoorkeur bespreekbaar. Oftewel: zorg dat kinderen weten dat er geen grenzen zijn in wat ze willen lezen.

Kanttekening: het rapport zegt niets over het aanbod

Moeten er dus meer jongensboeken of boeken met jongenshelden komen? Meer Tiuri’s en Bram Botermansen en minder Floors en Madelieven? Het rapport is daar terecht heel voorzichtig in: meer aandacht voor jongensboeken versterkt juist het effect dat jongens alleen jongensboeken willen lezen. En leesbevorderaars kunnen aan het aanbod niet zoveel veranderen. Toch is er wel wat meer over dit onderwerp te zeggen. Wat dit rapport niet bespreekt, domweg vanwege het ontbreken van wetenschappelijk onderzoek, is dat het aanbod sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw wel degelijk sterk is veranderd. Fascinerend daarbij is het feit dat juist Nederlandse jongens lezen niet leuk vinden en dat áls boeken bij jongens opvallend populair zijn, dit bijna zonder uitzondering boeken van buitenlandse auteurs zijn. In Nederland hebben de helden van vroeger – Arendsoog, Biggles, Ivanhoe en Old Shatterhand – geen moderne, breed gewaardeerde opvolgers gekregen. Voor onze hedendaagse kinderboekenauteurs heeft de klassieke held afgedaan. In de kinderboeken van schrijvers die jong waren in de jaren zestig – de tijd van de tweede feministische golf – wordt mannelijkheid geïroniseerd. Sjoerd Kuyper bijvoorbeeld, schrijft in bijna al zijn boeken over sterke hard to get-meisjes die in alles minstens even goed zijn als jongens, of beter. Ook populaire schrijvers als Jacques Vriens en Paul van Loon, zelfde generatie, hebben daar een handje van. Als jongens op avontuur gaan, is daar altijd een slim meisje bij. Vaak is gelijkheid tussen de seksen een motief. Terecht natuurlijk. Maar als je jongens met de neus in een boek wilt hebben, mag het allemaal wel wat tegendraadser.

Laat ze

Een breed aanbod aan kwaliteitskinderboeken? Ja, graag. Maar jongens moeten wel eerst beginnen met lezen en daarmee nog een hele tijd doorgaan, voor de lat wat hoger kan. Alle grote lezers zijn met pulp begonnen. En misschien hebben jongens daar meer van nodig dan meisjes. Laten we beginnen ons daar eens wat minder zorgen over te maken. Als jongens lekker de held van het verhaal willen zijn, als ze wel meisjes willen maar bij voorkeur als ver ideaal, als ze flauwe grappen willen en veel plaatjes, als ze hun neus ophalen voor Gouden Griffelboeken: laat ze. U zult versteld staan: dat oerjongenslezen bestaat nog. En als dat eenmaal is aangeboord, volgt de rest ook wel.

Eerder verschenen in Tijdschrift Lezen

Trefwoorden