Nederland telt een groeiend aantal leerlingen, studenten en andere onderwijsvolgenden. Hoe hoger het onderwijsniveau, hoe groter de groei sinds de eeuwwisseling. Het aantal middelbare scholieren is sinds 2000-2001 met 4% toegenomen, het aantal mbo’ers met 3%, het aantal hbo’ers met 44% en het aantal universitair studenten met 106%. Alleen het aantal basisscholieren is sinds 2000-2001 met 13% gedaald (CBS, 2025). Dit komt doordat er in Nederland minder kinderen worden geboren (CBS, 2024).
Door toedoen van het dalende geboortecijfer is het aantal middelbare scholieren sinds 2016-2017 eveneens begonnen met krimpen (Onderwijs in Cijfers, 2024). Het aantal mbo-scholieren liep terug tussen 2010-2011 en 2015-2016, om sindsdien weer op te krabbelen. Vanaf 2021-2022 is er sprake van een nieuwe daling (Onderwijs in Cijfers, 2024). Op het hbo vindt sinds 2023-2024 een daling plaats, die zich waarschijnlijk eveneens zal continueren (Onderwijs in Cijfers, 2024). Het aantal universitair studenten daalt in 2024-2025 voor het eerst, en ook deze trend zet zich dit decennium door (Onderwijs in Cijfers, 2024).
43% van de middelbare scholieren zit in een algemeen leerjaar, goed voor 395.170 leerlingen. 21% volgt vmbo jaar 3 of 4 (191.120 leerlingen), 17% havo jaar 3 tot en met 5 (153.970 leerlingen) en 17% vwo jaar 3 tot en met 6 (159.820 leerlingen). Bij alle drie de onderwijstypes gaat het om een daling ten opzichte van een jaar eerder (CBS, 2025).
