Citeren? Stichting Lezen - Leesmonitor(2024). Aantal digitale lezers stabiel. https://www.lezen.nl/onderzoek/aantal-digitale-lezers-stabiel/.
9 oktober 2023

42% van de Nederlanders leest met enige regelmaat een e-boek. Dit aantal is stabiel ten opzichte van een jaar eerder. Tussen 2012 en 2014 vond er bijna een verdubbeling plaats, van twee naar vier op de tien Nederlanders die weleens e-boeken lezen. Sindsdien schommelt het aantal e-boeklezers rond de vier op de tien, met uitschieters omlaag naar 35% (2016) en omhoog naar 45% (2019) (KvB Boekwerk & GfK, 2023, meting 63).

Digitaal lezen zit in de ‘early majority’-fase in Rogers’ model voor de adoptie van nieuwe technologieën. Dit duidt op een brede acceptatie van het e-boek. Het is de vraag of de achterblijvers (de ‘late majority’ en ‘laggards’) zullen aanhaken: in 2015 gaf 3% van deze groep aan te overwegen om e-boeken te gaan lezen (KvB Boekwerk & GfK, 2015, meting 33). Sindsdien is het aantal e-boeklezers ook weinig veranderd. Bovendien geeft 17% van de bevolking aan in het verleden e-boeken te hebben gelezen en hiermee weer te zijn gestopt (KvB Boekwerk & GfK, 2019, meting 47).

De meeste digitale lezers adopteren het scherm naast het papier. 45% van de boekenlezers leest e-boeken naast gedrukte boeken, terwijl 49% uitsluitend gedrukte boeken leest. 6% leest alleen e-boeken. Deze percentages zijn doorheen de jaren vrij stabiel (KvB Boekwerk & GfK, 2023, meting 63). Hetzelfde geldt voor het schermlezen in de brede zin. 49% van de lezers combineert, voor boeken, kranten, tijdschriften en online nieuws, het scherm met papier. 21% leest uitsluitend van het scherm, terwijl 30% dit alleen van papier doet (Wennekers, Huysmans & De Haan, 2018).

Het patroon in de adoptie van e-boeken – en andere digitale teksten – is in lijn met dit van de opkomst van andere nieuwe technologieën. Het ‘oude’ medium verdwijnt zelden helemaal, maar blijft naast de nieuwkomers bestaan. Huysmans & De Haan (2010) spreken van ‘geleidelijke en gedeeltelijke vervanging’. Dit proces verloopt bij het boek minder snel en massaal dan bij de langspeelplaat, het cassettebandje, de cd, de videoband en de dvd. Het gedrukte boek bestaat langer dan deze beeld- en geluidsdragers, en heeft daardoor mogelijk een sterkere positie verworven. Bovendien speelt de wet van de remmende vooruitgang mogelijk een rol: omdat het boek lang bestaat, laat het zich minder makkelijk technologisch vernieuwen (Van der Weel, 2011).

Doelgroep(en)