icon home

Margje Woodrow won dit jaar de Prijs van de Jonge Jury. Haar spannende boek Fake trip, over een schoolreis naar Barcelona, is helemaal op de beleving van jonge lezers geschreven. ‘De impact van zaken als smartphones en discriminatie – dáár wil ik het over hebben.’

IK SCHRIJF OM JONGEREN AAN HET LEZEN TE KRIJGEN
‘Ik draag deze prijs op aan iedereen die vóór leesplezier is,’ zei een geëmotioneerde Margje Woodrow tijdens de prijsuitreiking van de Jonge Jury die plaatsvond via een livestream. Hoe feestelijk presentatoren Oskar Kocken en Milou Adjanga het moment ook maakten, er hing een sluier over. Daags ervoor lieten hoogleraar Yra van Dijk en docent Marie-José Klaver zich kritisch uit over de campagne en de genomineerde boeken in een opiniestuk in de Volkskrant (en in een uitgebreider artikel in De Nederlandse Boekengids).

Was je blij met de Prijs van de Jonge Jury?
‘Ontzettend blij, het was een droom om die te winnen. De jongeren die stemmen in de Jonge Jury, dat zijn echt de lezers waar ik het voor doe. Helaas zat er wel een smet op door het artikel in de Volkskrant. Ik was echt geraakt. Niet alleen omdat het over mij ging en nogal direct was, maar ook omdat het ging om iets groters: om zoveel schrijvers die zo hard werken om jongeren mee te krijgen in het lezen. Mijn geloof in leesplezier werd plotseling neergemaaid.’

Wat heeft je in het artikel het meest geraakt?
‘Als ik inzoom op mijn eigen boek: dat mij racisme, seksisme en oriëntalisme werd verweten. Ik dacht: serieus? Heb je het dan niet gelezen, of niet begrepen? Een van de heftigste scènes in dat boek, waarin een meisje met een Marokkaanse achtergrond in het vliegtuig wordt lastiggevallen vanwege haar hoofddoek, heeft mijn zoon Mick bijna letterlijk zo aangedragen. Hij helpt altijd mee met het bedenken van mijn verhalen en komt zelf geregeld met
discriminatie in aanraking. Zijn vader is Indonesisch, een van zijn beste vrienden is van Antilliaanse afkomst.’

Een kritiekpunt is dat de scheldwoorden nogal stevig zijn.
‘Mick zei tegen mij: ‘‘Die scène moet zó ongemakkelijk zijn, dat jongeren die het lezen denken: wow, dit kan echt niet.’’ Het taalgebruik is uit het schoolleven gegrepen. Juist dat het zo overduidelijk niet oké is wat er gebeurt, maakt het bespreekbaar. Ik lees dit fragment vaak voor als ik op klassenbezoek ga. Dan waarschuw ik van tevoren: het is grof, kunnen jullie daartegen? Daarna praten we erover en komen de vragen. Doet hoofdpersoon Billy genoeg om die
jongen te dimmen? Leerlingen vragen zich af: wat zou ikzelf hebben gedaan?’

In je boeken gebruik je chats, korte hoofdstukken, verschillende perspectieven en veel cliffhangers om de aandacht vast te houden.
‘Dat klopt. Ik sta als schrijver met tien-nul achter en trek ze expres het boek in. In de loop der jaren heb ik een techniek ontwikkeld met veel spanning en vaart. Ik besteed veel aandacht aan de dialogen, aan het neerzetten van de sfeer. Vaak begint het met een conflict en is er venijn. Later in het verhaal komt de groep meer tot elkaar, wordt de sfeer veiliger. Spijt van Carry Slee is daarin echt een voorbeeld, dat las ik vaak voor toen ik voor groep acht stond, het had echt een mega-impact op de kinderen. Als er iemand buiten hun eigen groep viel, dan zag ik dat ze beter hun best gingen doen.’

Waarom heb je de prijs opgedragen aan iedereen die vóór leesplezier is?
‘Omdat ik heel erg geloof in de positieve boodschap. Ik sta midden in de leefwereld van jongeren en doe meerdere schoolbezoeken per week. Veel leerlingen die ik daar ontmoet, houden niet van lezen. Juist deze jongeren wil ik bereiken door ze te verleiden met een spannend, toegankelijk verhaal. Ik schrijf niet tussen de regels door, zij lezen niet tussen de regels door. Daarom schrijf ik heel duidelijk. Weet je wat gek is? Als het over andere vakken gaat, vinden we het juist goed als dingen op verschillende manieren worden uitgelegd. Neem het vak rekenen. Op de basisschool
behandelde ik altijd de breuken en procenten en wist: het ene kind begrijpt dat als vanzelf; het andere wil aan het handje worden meegenomen; een derde heeft juist een visueel plaatje nodig. Ik denk dat dat in boeken ook zo werkt. Een aantal jongeren vindt het fijn als dingen expliciet worden benoemd en uitgelegd. Ik vind daar niks mis mee. Literaire en populaire boeken kunnen toch heel goed naast elkaar bestaan?’

Wat hoop je met je boeken te bereiken?
‘Dat leerlingen weer ontdekken hoe fijn het is om te lezen. Dat ze zich verliezen in het verhaal en een film in hun eigen hoofd maken. En dat ze ook gaan nadenken over hun eigen leven. Hoe ga je met elkaar om? Wat zeg je tegen elkaar? Hoe kunnen anderen je woorden ervaren? Natuurlijk kun je die onderwerpen ook verpakken in een literair, gelaagd verhaal. Dat is mooi. Maar ik doe het via een snel, spannend verhaal, daarmee bereik ik een breder publiek.’

Margje Woodrow (1975) werd meermaals uitgeloot voor de opleiding journalistiek, studeerde een jaar Nederlands en schreef zich daarna in op de pabo. Tot 2015 werkte zij als leerkracht in het basisonderwijs. In 2008 begon ze aan de opleiding Script Plus op de Hogeschool in Amsterdam, waar ze les kreeg van onder anderen Mirjam Oldenhave. In 2013 debuteerde zij als schrijfster met Examendeal. Snitch werd in 2019 genomineerd door de Jonge Jury; met Fake Trip won zij de Prijs van de Jonge Jury 2021.