icon home

Auteur: Annemarie Terhell

NET ECHT, MONSTERS EN MISVERSTANDEN – In een prentenboek kan alles. Er woont een pluizig beest onder je bed, een hert krijgt handen, je wordt belaagd door de monsterpolitie of een telboek blijkt een spannende thriller. Talentvolle schrijvers en illustratoren die de verbeelding aanspreken, maken van voorlezen een onvergetelijk avontuur.

Man leest kleuter voor, beide kijken aandachtig naar het boek.
foto: Jip Gossink

Wie goed kijkt naar de covertekening van Fred en de rare vogel, het nieuwe boek van Pépé Smit, ziet iets geks. Inderdaad: die vreemde pestvogel in de boom poept zomaar op Fred het hert. Dat is stout en best wel smerig, maar er is nóg iets raars aan de hand. Fred is een hert met handen. Hoe dat zit, lees je in het eerste prentenboek Fred het (heel erg eigenwijze) hert uit 2013, dat nu als miniboekje is verschenen. Daarin verruilt hert Fred zijn bos voor de stad en kijkt hij zijn ogen uit in de mensenwereld. Liever heeft hij ook handen in plaats van poten en, omdat in verhalen alles kan, krijgt hij zijn zin. Als de tekenaar met een gummetje zijn handen weer wil weggummen, roept Fred: ‘Stop!!!’

Hert en kleuter tegelijk

Zo’n personage dat de regie neemt over zichzelf en het boek is zowel grappig als ontregelend. Smit heeft een ijzersterk gevoel voor humor en vindt het heerlijk om te spelen met verhaalconventies. Haar Fred gaat het gesprek aan met de tekenaar om de boel naar zijn hand te zetten. Fred is hert, maar daarnaast op en top kleuter. Nonchalant springt hij van de hak op de tak. Krijgt hij zijn zin niet, dan slaat hij zijn handen voor zijn ogen en doet hij niet meer mee. Is hij moe van het avonturen beleven, dan stopt hij zijn duim in zijn mond. Want dat kan ineens, als je een hert met handen bent.

Gevangenis

Tjibbe Veldkamp, koning van de kinderlogica, speelt eenzelfde spelletje in Maar eerst ving ik een monster. Voor het slapengaan voert de verteller een gesprekje met de hoofdpersoon, een jongen in pyjama. Het verhaal is uit, het joch moet gaan slapen. ‘Ja, maar eerst ving ik een monster,’ probeert hij tijd te rekken. Tekenaar Kees de Boer komt hem tegemoet en vooruit, hij tekent een monster. Het worden er meer, en ze buitelen met zovelen over de pagina’s dat het jongetje ze moet vastsjorren aan de schoorsteen. Maar dan verschijnen er vliegende soldaten met schietdingen en ontspoort de zaak. Ze roepen: ‘Monsters vangen is óns werk. Als jij nog één monster vangt, stoppen we jou in de gevangenis.’

Goudgele manen

Meegaan in de fantasie van kleine kinderen die nog niet zo’n sterk onderscheid maken tussen de werkelijke en de verzonnen wereld, is ook het uitgangspunt van Marta & ik van het Duitse duo It’s Raining Elephants. Aan het woord is een leeuw, nog voordat hij getekend gaat worden. Marta, een kleine felle donder met rood haar, is verwoed bezig met potlood en kwasten. Op de muur schildert ze goudgele manen, twee sprekende ogen en voilà, daar is de verteller. Hij stapt prompt uit de tekening, zomaar de kamer in. Marta ziet het niet, die is alweer bezig met nieuwe projecten en stoeit met de keukenmixer. Het wordt een gezellige bende, waarvan de leeuw met volle teugen geniet. De nonchalante tekeningen zien eruit alsof er een kinderhand aan te pas is gekomen, met veel gekras en verfspatten.

Onverschrikkelijk

Ook Monsta, een Muppet-achtige gestipte pluizenbol, die onder het bed woont van zijn ‘kint’, wordt niet gezien. Het wollige beest schrijft daarom een zielig afscheidsbriefje. Hij loopt weg omdat hij schrik wil aanjagen, maar dat lukt niet. Uit de tekeningen blijkt hoe Monsta zijn best doet, maar dat zijn aanwezigheid geheel aan het kind is voorbijgegaan. ‘Je bent onverschrikkelijk,’ klaagt Monsta. De charme van dit grappige voorleesboek zit hem grotendeels in de tekeningen van Mateo Dineen, die oorspronkelijk uit San Francisco komt, maar al geruime tijd in Berlijn woont, waar hij in zijn galerie Skallywag zijn monsters aan de man brengt. Zijn tekeningen hebben iets zachts en Sesamstraat-achtigs, maar zijn tegelijk mysterieus en authentiek. Ze roepen een heel eigen universum op, waarin de monsters als vanzelfsprekend thuishoren.

Lachspieren

Verkeerde verwachtingen leiden wel vaker tot misverstanden. Biggie uit Luister naar mijn trompet is supertrots op zijn trompet en speelt erop. Olifant Olaf kan het niet aanhoren. Ze zijn beste vrienden, dus moet hij toch de waarheid zeggen: ‘Je trompet maakt veel geluid en hij glimt en je houdt hem goed vast – Maar… dat was geen muziek. Sorry.’ ‘Olaf, dat was geen muziek, maar olifants,’ zegt Biggie verbaasd. ‘Ik probeer net zo te klinken als jij.’ Met zijn cartooneske tekeningen werkt de Amerikaanse animator, schrijver en stemacteur Mo Willems als altijd op de lachspieren. Zijn boeken zijn populair in de VS. Op YouTube kun je filmpjes zien waarop hij zijn karakters tekent.

2 sluwe ogen

De Britse Kate Read weet hoe je met simpele middelen een dramatisch effect kunt bereiken. Haar Eén vos is een ‘telboek-thriller’, een supereenvoudig verhaal waarin met elke bladzijde de spanning stijgt. Het begint met een opgerold vosje, dat lief ligt te slapen. Maar 1 vos worden 2 sluwe ogen, en als die 3 dikke kippen in de smiezen krijgt, sluipt hij er op 4 zachte poten naartoe. Je begrijpt: dat eindigt in chaos met 9 vliegende veren en 10 blinkende tanden, maar Read geeft haar telboek een onverwachte draai. Het beeld is prachtig: met een mix van collage, drukwerk en illustratie krijgt de vos een gelaagde diepte. Een heerlijk boek, waarbij je als kind kunt genieten van een spannende buitenwereld, veilig op schoot.

Fred en de rare vogel, Pépé Smit. De Harmonie, € 14,90 (5+)
Maar eerst ving ik een monster, Tjibbe Veldkamp & Kees de Boer. Lemniscaat, € 14,95 (4+)
Marta & ik, It’s Raining Elephants. Boycott, € 22,95 (5+)
Monsta, Mateo Dineen & Dita Zipfel. De Vier Windstreken, € 14,95 (4+)
Luister naar mijn trompet (Tijgerlezen), Mo Willems. Querido, € 13,99 (4+)
Eén vos. Een telboek-thriller, Kate Read. Lemniscaat, € 14,95 (2+)

Dit artikel stond eerder in Lezen 2, 2020